Minder mensen doen aan vrijwilligerswerk, blijkt uit nieuw onderzoek: ‘Mensen willen zich niet vastleggen op vaste periode’
Vrijwilligerswerk staat onder druk, blijkt uit onderzoek. 30 procent van de Nederlanders zegt vrijwilligerswerk te doen, terwijl dat in 2016 nog 37 procent was. Hoe komt het dat de populariteit daalt? “Het is allemaal veel te ingewikkeld geworden.”
Op de vraag of ze zich vrijwillig inzetten, zegt 50 procent van de Nederlanders dat te doen. Maar dan wel op projectmatige basis. Mensen willen zich steeds minder vast aan een sportclub, zorginstelling of school verbinden. Dat blijkt allemaal uit onderzoek van Motivaction en de Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV).
Haarvaten van de samenleving
Het is een zorgelijke ontwikkeling, vindt NOV-directeur Joost van Alkemade. “Mensen hebben een drukke agenda en willen zich niet meer vastleggen op een vaste avond of een vaste dag, dus minder voor een vaste periode”, zegt hij. “Maar ze willen zich wel af en toe vrijwillig inzetten voor een bepaalde klus of bepaald project.”
Dat is jammer, want volgens Van Alkemade zijn vrijwilligers heel erg belangrijk voor de samenleving. “Het zit in alle haarvaten van de samenleving. Sport, natuur en zorg.” En ook voor de vrijwilliger zelf brengt het doen van het werk bepaalde voordelen met zich mee. “Het zorgt voor een betere gezondheid en meer sociale contacten”, zegt de directeur.
Moeilijke regels
Dat er minder vrijwilligers zijn dan een aantal jaren geleden, is niet het enige wat druk zet op vrijwilligerswerk. Uit hetzelfde onderzoek van Motivaction en de NOV blijkt dat gemeentes een groeiend beroep doen op vrijwilligers, maar dat de regelgeving steeds strenger en ingewikkelder wordt. Daardoor haken vrijwilligers sneller af of branden ze op.
“Wanneer er subsidies worden gegeven, zijn er enorme eisen”, legt Van Alkemade uit. “Er zijn hele gedetailleerde voorwaarden, opleidingstrajecten en er is ook nog eens sprake van administratieve druk. Mensen verliezen daardoor het vrijwilligerswerk uit het oog.”
Witwaspraktijken
Maar het besturen van verenigingen die geen subsidies ontvangen is ook ingewikkeld geworden. Van Alkemade legt uit waardoor dat komt: “Er zijn allerlei eisen om aan te voldoen. Bijvoorbeeld aantonen dat er geen sprake is van witwaspraktijken. Dan ben je bij een damclub of volkstuinvereniging opeens bezig met de Wet voorkomen van witwassen en financieren van terrorisme.”
Voor veel mensen is dat gewoon te moeilijk, zegt de directeur. “En andere groepen hebben daar gewoon geen zin in. Je hebt vaak al een drukke en intensieve baan, en je vindt het leuk om in het weekend lekker te gaan tuinieren in je volkstuintje. Dan heb je geen zin om allerlei ingewikkelde aanvragen te gaan voorbereiden.”
Bron: EenVandaag!